LEES MEER
Dat je tijdens een internationale stage veel beleeft en leert kunnen de studenten van Welzijn je wel vertellen. In hun zelfgeschreven blogs geven ze je een kijkje in hun stageperiode. Lees gauw verder!
An Mei van Dam
Yannick Deniset
4 van 4
Intussen ben ik weer in Nederland en zit mijn eindstage van Sport en Bewegen in Oeganda erop. Ik kijk nog steeds met verbazing terug naar deze geweldige ervaring! Wat een verschil met Nederland. Hier gaat dan ook mijn 3e en laatste blog over.
Naast het overdrukke verkeer waar het lijkt alsof er geen regels gelden en iedereen maar wat doet om zo snel mogelijk van a naar b te komen, lijkt het straatbeeld vooral op een georganiseerde chaos. De stoep wordt gezien als weg, maximum snelheid bestaat alleen in de wet en rood licht betekent ‘kijk uit’. Ook maakt het niet uit of je nu links of rechts inhaalt, zo lang je maar sneller bent dan je voorganger.
Op straat, vooral in de stad, lopen alle politieagenten en bewakers rond met grote wapens. Dit kunnen semi-automatische wapens zijn (in het geval van agenten) of enkel shot geweren. Bij beiden moet je je trouwens maar afvragen of er überhaupt kogels bij geleverd zijn. Bewaking is voornamelijk om de straat en panden ‘veilig’ te houden tegen bedelaars en insluipers. Het zorgt voor een ‘veilige uitstraling’, maar daarnaast is het ook een maatschappelijk fenomeen. Elk zelf respecterende winkel, guesthouse, bank of instelling heeft nu eenmaal een bewaker voor de deur. Er worden banen mee gecreëerd en geeft mensen invulling van hun dag.
Als beroep is bewaker één van de laagst betaalde baantjes en je moet dan ook niet vreemd op kijken als er onopvallend bij je gebedeld wordt wanneer je langsloopt. Agenten en bewakers tolereren overigens geen commentaar van de lokale bevolking. Als je tegen ze in gaat, kan je al snel klappen verwachten met een (wapen)stok. Vanuit de wet wat je als bewaker of agent wel of niet mag doen is dan ook niet helemaal duidelijk. Voor Europese mensen (ook wel ‘Mzungu’ genoemd) zijn agenten en bewakers vaak een stuk vriendelijker.
‘Mzungu’ betekent in het Oegandees: blanke of Europeaan. Iedere minuut op straat word je daar aan herinnerd door kinderen, marktkooplui of taxichauffeurs. Iemands huidskleur gebruiken om iemand te roepen vinden wij racistisch in Nederland. In Oeganda is dat niet racistisch bedoeld. De meesten zeggen dan ook “ik ken je naam niet, je huidskleur is blank dus is dat het makkelijkst om te roepen”.
Voor de Oegandese bevolking is het mogelijk om een gezin met twee kinderen te onderhouden van €2,50 per dag. Kampala, ‘de stad van geluk’, heeft zijn naam te danken aan de grote werkgelegenheid. Maar voor het geld dat je in Kampala verdient, kun je buiten de stad er vaak twee keer zo lang mee doen. Daarnaast werken veel dorpen en community's nog met ruilhandel.
3 van 4
Inmiddels ben ik twee maanden bezig met mijn eindstage Sport en Bewegen bewegingsagogiek in Oeganda en ik kan niet enthousiaster zijn dan dat al ben, wat een geweldige ervaring! Wat een verschil met Nederland!
Zoals eerder beschreven werk ik bij het “project Katalemwa”. Dit project zet zich in om gehandicapte kinderen zo snel mogelijk weer te re-integreren in de maatschappij en ze daarbij ook een betekenisvolle rol te laten vervullen. Belangrijk hierbij zijn revalidatie en scholing.
Ieder dag is het weer afwachten welke en hoeveel kinderen er binnenkomen in het centrum. Daarom ben ik een dagelijks sportprogramma met vrije inloop opgestart om alle kinderen die aanwezig zijn te vermaken met een sport- en spelactiviteit. Soms gebeurt dat door een klein ren- en kleurenspel te organiseren waarbij ik cognitieve vaardigheden train in combinatie met bewegen. Een andere keer, als de vaardigheden van de leerlingen het toelaten, een activiteit als zitvolleybal of krukkenvoetbal.
Daarnaast geeft ik persoonlijke bewegingstherapie bij de kinderen die langere tijd moeten revalideren. Zo ondersteun ik de fysiotherapeut, ergotherapeut en dokters. De bedoeling is door middel van kleine spelletjes en leuke activiteiten de kinderen weer plezier te laten krijgen in bewegen, hun bewegingsvaardigheden uit te breiden en hen te motiveren om ook daadwerkelijk de dingen in het dagelijkse leven makkelijker uit te voeren.
Mijn extra werkzaamheden bestonden uit het meehelpen bij de werkplaats waar ze ter plekke protheses, rolstoelen en krukken maken voor de kinderen. Deze worden ook als extra inkomstenbron voor de organisatie doorverkocht aan de andere ziekenhuizen in Kampala.
Wat ik helemaal te gek vond, is dat ik naast al deze activiteiten op het project zelf ook al een aantal keer op “out-reach” ben geweest. Dan bezoek je de dorpen in de omgeving waar de kinderen hulp nodig hebben of je ontmoet de kinderen die na hun revalidatie weer thuis wonen. Je ziet de kinderen die in verschillende scholen (die aangesloten zijn bij Katalemwa) hun studie volgen en kunt met ze praten over hoe het nu met hun beperking gaat en/of dat ze nog extra ondersteuning nodig hebben.
Ik heb nog 2 maanden te gaan in mijn stage en schrijf in de volgende blog wat over de cultuurverschillen die ik ervaar.
2 van 4
Mijn naam is Yannick Deniset, ik ben 20 jaar oud en studeer aan MBO College Hilversum. Daar volg ik de opleiding Sport & Bewegen niveau 4 met het uitstroomprofiel Bewegingsagoog. Ik heb de kans gekregen mezelf te bewijzen in het buitenland. En niet zomaar het buitenland, maar Oeganda. Het hart van Afrika. Deze kans kon ik niet laten liggen en heb deze dan ook met 2 handen aangegrepen.
In Oeganda werkt MBO College Hilversum samen met de organisatie Doingoood. Deze non-profit organisatie ondersteunt projecten in onder andere Oeganda, Kenia, Malawi, Namibië en Tanzania, en zorgt voor vrijwilligers uit Nederland, België en Noorwegen.
Ik werk hier bij het project Katalemwa. Dit project zet zich in voor gehandicapte kinderen om ze zo snel mogelijk weer op te nemen in de maatschappij en ze daar ook een betekenisvolle rol te laten vervullen. Belangrijk onderdeel hierbij zijn revalidatie en tijdelijke scholing. Daarnaast worden ter plekke ook al het materiaal gemaakt wat ze nodig hebben. Denk hierbij aan rolstoelen, krukken en sta-rekken. Maar ook verschillende klimrekken en schommels. De kinderen maken gebruik van deze materialen, maar het wordt ook doorverkocht aan lokale ziekenhuizen waardoor er ook geld binnenkomt voor de zorg van de kinderen.
Voor mijn stageproject verdiep ik me in de medische dossiers van de kinderen en werk ik samen met de leerkracht en fysiotherapie aan een sportprogramma voor alle kinderen op deze locatie. Zo organiseer ik verschillende sportactiviteiten die aangepast zijn dat ieder kind hier deel aan kan nemen. Door de sport vergeten ze hun eigen handicap of beperking en kunnen ze weer even gewoon kind zijn.
Iedere middag organiseer ik diverse spelletjes en sportactiviteiten voor kinderen van verschillende leeftijden en beperkingen zodat ieder kind geniet van het kind zijn, maar daarnaast ook leert om uiteindelijk weer mee te kunnen draaien in de “normale” wereld. Mijn doelstelling is dat de mensen bij Katalemwa de toegevoegde waarde zien van sport & spel voor zowel de motorische, als de sociale en cognitieve ontwikkeling van de leerlingen.
Verder hoop ik dat na de 4 maanden dat ik hier bezig ben dat dit project blijft voortbestaan en medestudenten het kunnen over nemen, zodat dit komende jaren een succes kan gaan worden.
1 van 4
4 van 4
Afgelopen twee maanden heb ik stage mogen lopen in Oeganda. Ik genoot van het prachtige landschap en de mensen om mij heen. De kinderen roepen telkens ‘Hello, hello mzungu, mzungu (blanke)’. Langs de kant van de weg zie ik vrouwen met kleurrijke kleren lopen met een mand bananen op het hoofd. De geur van verbrand plastic en de uitlaatgassen van alle busjes en boda’s (motor-taxi’s) die langs rijden.
Kampala is chaotisch, maar vol van leven. De mensen die hier wonen leven meer op straat dan in hun huis. Overal hoor je muziek en ze koken, eten en staan uren buiten te kletsen. Altijd met een grote glimlach op hun gezicht. Op de enorm drukke markten kan je behalve groente en fruit ook los rennende kippen, kleding en meubels kopen. En als het vandaag niet komt, komt het morgen wel of volgende week of misschien wel helemaal niet… De mensen lijken het leven te accepteren zoals het is.
Stagelopen in Uganda was voor mij een manier om je breed te ontwikkelen. Tijdens mijn stage woonde ik in de wereldstad Kampala. Op een prachtige en veilige plek. Een ‘thuis’ met een dakterras, lekker eten en andere stagiaires die net als ik ook voor dit avontuur kozen. Dit zorgt voor een hechte gezellige band. Daarnaast werd ik goed begeleid door de coördinator van Doingoood.
Ging het dan allemaal gemakkelijk en vanzelf? Nee, natuurlijk niet. Ik vond het van te voren enorm spannend. Je kiest iets dat nieuw is, iets wat andere klasgenoten niet gekozen hadden. Stage lopen in een andere taal en cultuur. Dat vraagt veel eigen initiatief en contact met je stagebegeleider en de opleiding. Uganda is een van de arme landen in Afrika. De overheid is niet in staat de onderwijsbehoeften van de kinderen met een beperking te ondersteunen. Ik kon direct in een schoolproject voor kinderen met een beperking aan de slag. Er is veel te doen en je krijgt veel vrijheid en kansen om initiatief te nemen. Super leuk natuurlijk!
Natuurlijk komen er ook ingewikkelde dingen op je pad. Maar zolang je je kan opstellen als een OeN (open en nieuwsgierig) en je eigen mening of verwachtingen over een situatie kan bijstellen wordt het heel erg interessant. Je kan echt verschil maken. En dat wordt ook gewaardeerd. Ik heb ongelooflijk veel geleerd. Van docenten en therapeuten, maar vooral ook van de kinderen. Zij werden blij van mijn sportactiviteiten. Dat was voor de kinderen iets nieuws op de school. Spel en bewegingsactiviteiten vonden ze erg leuk! En ik werd blij van hun doorzettingsvermogen en creativiteit.
Maar het mooiste van een internationale stage is: ‘not all classrooms have four walls’. Helaas moest ik eerder uit Oeganda terug vanwege de coronacrisis. Echt jammer, maar het was niet anders.
3 van 4
Het interessante van stage lopen in een niet-Westers land, zijn toch altijd wel de cultuurverschillen. ‘Afspraak is afspraak’, roepen we in Nederland. Maar in Oeganda is niet altijd afspraak een afspraak en op tijd is nooit op tijd. Een Oegandees event kan gerust een uur later beginnen dan de aanvangstijd. Het afgesproken tijdstip wordt vaak meer gezien als een intentie: “ergens rond die tijd gaan we elkaar zien”.
Een mooi voorbeeld is de middag met het programma ‘hydrotherapie’. Twaalf kinderen van de KSPH-school gaan iedere donderdagmiddag naar het zwembad. Een aanbod van de universiteit van Kampala; het zwembad wordt 2 uur per week beschikbaar gesteld voor KSHP. Er is ook vervoer en er zijn 6 begeleiders. Ook het enthousiasme van de kinderen is groot. Ze praten en gebaren de hele ochtend al enthousiast over het zwemmen.
'S ochtends maakt mijn collega fysiotherapeut de lijst van deelnemers. Op de afgesproken vertrektijd (14.00 uur) zit er nog geen kind van de lijst in de bus. Maar rondom de bus is het wel druk. Er zijn veel kinderen die niet op de lijst staan maar wel mee willen. Ze hopen nog een plekje te bemachtigen. Tegen 14.30 uur is de verwarring op zijn hoogte punt. Wie mag nou wel mee en wie niet? En waarom hebben sommige kinderen hun badkleding niet aan? De lijst blijkt nauwelijks houvast te bieden.
Maar dan toch…om 15.00 uur vertrekken we. De temperatuur van de bus is inmiddels erg opgelopen. De kinderen stralen, we gaan! We zitten in de bus onderweg naar het zwembad. We rijden door het drukke Kampala, we worden van links en rechts ingehaald door boda’s (brommertaxi’s). Het overdrukke verkeer is super chaotisch, stoplichten worden negeert en de stoepranden worden door de boda’s gebruikt om in te halen en er is nergens een snelheidslimiet. Na 15 minuten stopt de bus onverwachts. Twee begeleiders gaan de markt op. Ze kopen ananas en bananen. Zo gaat dat. Met armen vol fruit komen ze 20 minuten later terug. In het zwembad blijkt het water troebel te zijn. Vogelpoep. Niemand mag er in. Eerst moet het water worden schoongemaakt. Gelukkig vullen we de tijd met fruit eten en zwemkleding aantrekken. De sfeer onderling blijft prima. Niemand maakt zich druk, we wachten geduldig.
Om 16.30 uur gaan we dan toch in het water. Hydrotherapie combineert fysiotherapie-oefeningen met een warm bad. Het doel is om kinderen beter te laten bewegen. Omdat je in water makkelijker beweegt kun je kracht, stabiliteit en conditie verbeteren. Tijdens de oefeningen trainen we spieren en gewrichten. Niet iedereen komt individueel aan de beurt. Daar is te weinig tijd voor, zegt de fysiotherapeut. Om 17.30 is het weer tijd om terug te gaan. In de bus onderweg naar KSPH komen we vast te staan in de file. In de spits doen we een uur over een stukje weg dat normaal in 10 minuten te doen is. In Oeganda gaat alles op z’n eigen tijd. Heb je een afspraak maar sta je in de file, dan kom je een uren te laat, niemand die daar wat over zegt. Geduld is hier echt een schone zaak!
Inmiddels heb ik geleerd dat het niet zinvol is om over deze cultuuraspecten te oordelen of er verandering in willen aan brengen. Het is beter om te denken: ‘Waar kan ik voor deze kinderen een verschil maken?’ Dus eenmaal in het water, ga ik doelgericht met kinderen aan de slag. Werk ik met het kind aan het verminderen van zijn bewegingsangst. En leer ik kinderen om te vertrouwen op het drijfvermogen van de zwemband. Daar ligt mijn kracht bewegingsagoog. En dat geeft veel voldoening, juist in Oeganda.
2 van 4
Hallo, ik ben An Mei van Dam, 19 jaar, 4e jaars student Sport en bewegen van ROCvA MBO Hilversum. Sinds januari 2020 loop ik stage in Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Mijn afstudeerrichting is ‘bewegingsagogiek’. Tijdens mijn zomerstage in het 2e jaar in Massachusetts, USA heb ik ervaren dat stage lopen in het buitenland zoveel meer is dan ervaring opdoen in je vakgebied. Daarom heb ik opnieuw gekozen voor een internationale stage. Dit keer in Oeganda bij KSPH: Kampala School for the Physically Handicapped.
Op dit moment is de schatting dat 65 miljoen kinderen in ontwikkelingslanden van 6 -17 jaar een handicap hebben. Van hen gaat de helft niet naar school . Er is onder andere gebrek aan goedopgeleide leerkrachten en aangepaste materialen. Maar juist een kind dat leert, is een kind met kansen. Bij KSPH (www.ksph.org) wordt gewerkt aan het best mogelijke onderwijs en revalidatie voor deze doelgroep. Want wat je op school leert is voor altijd.
Behalve onderwijs wordt er op deze school aandacht besteed aan het verbeteren van ‘selfhelping-skills’. De kinderen trainen om dagelijkse handelingen zoveel mogelijk zelfstandig te doen. Bijvoorbeeld vanuit de rolstoel in het lesbankje gaan zitten of zelfstandig aankleden. Noodzakelijk en nuttige vaardigheden om zoveel mogelijk onafhankelijk door het leven te gaan.
Bij KSPH gebruiken ze een ‘buddy-system’. Dit houdt in dat elk kind dat (nog) niet in staat is om bepaalde handelingen zelf te uit te voeren, een ‘buddy’ krijgt. Schrijven is bijvoorbeeld voor sommige kinderen een ingewikkelde taak waarbij veel gevraagd wordt van de fijne motoriek. Zij worden gekoppeld aan kinderen die het schoolwerk wel kunnen opschrijven. Een kind dat kan lopen helpt een kind in een rolstoel. De ‘buddy’s werken niet alleen samen, maar helpen elkaar en leren verantwoordelijk te zijn voor elkaar.
Maar wat mij de eerste weken opviel was dat ook deze kinderen zo graag spelen en bewegen. En juist waar bewogen wordt ontstaat plezier. En dat is wat ik bij KSPH zie. Kinderen die samen van een oud volleybalnet een schommel maken en heerlijk heen en weer bewegen. Of het jongentje dat toch na maanden oefenen toch het kruipen onder de knie krijgt. Dat zijn momenten die verschil maken! En het is ook een wake-up call: als je niet in beweging bent, dan loop je nergens tegen aan. Dat geldt voor de kinderen én voor mijzelf. Sport en bewegen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen met én zonder beperking. Kinderen die plezier krijgen in bewegen, gaan er later mee door. Door te bewegen gaan ze beter presteren in de klas. Ook leren ze samenwerken en omgaan met tegenslagen.
De komende 4 maanden in Oeganda help ik Omar, de fysiotherapeut van het project. Hij verzorgt één op één sessies en groepstherapie. Denk aan Tacpac (communication through touch and music) en hydrotherapie. Daarnaast ga ik een aantal gymlessen geven. Door verschillende testen af te nemen op motorisch, cognitieve en sociaal gebied en met behulp van de docenten en verzorgers hoop ik voldoende informatie te krijgen over de kinderen om een zo goed mogelijk aangepast sportprogramma te maken. Ik heb er zin in!
1 van 4